Ghostwriting

Met deze werkvorm oefent de student in een schrijfteam om als ghostwriter voor iemand anders een korte speech te schrijven over een inhoudelijk thema. 

Wat leert de student?

De student leert kennis te verwerken tot een overtuigend, beknopt verhaal. Daarbij leert de student zich in te leven in de doelgroep (het publiek) en in de spreker door zijn verhaal af te stemmen op zowel spreker als publiek. Hiermee werkt de student aan zijn inlevingsvermogen en uitdrukkingsvermogen. 

Wat doet de student?

  1. Verdiept zich in de inhoud.
  2. Verdiept zich in de doelgroep/het publiek.
  3. Verdiept zich in de spreker.
  4. Schrijft samen met medestudenten een overtuigende, beknopte speech die past bij de spreker en aansluit bij de doelgroep/het publiek.

Wat doet de docent?

  1. Stel de opdracht op en vermeld wie de spreker is, voor welk publiek de speech wordt uitgesproken en wat de context is waarin de speech gehouden wordt. 
  2. Verdeel de studenten over een aantal schrijfteams. 
  3. Wees beschikbaar voor vragen van de schrijfteams tijdens het uitvoeren van de opdracht. 
  4. Bespreek plenair de sterke en minder sterke kanten van elke speech.  

Variatiemogelijkheden

  • Laat de schrijfteams de speech doornemen met de spreker. 
  • Maak er een individuele opdracht van. 

Tools die kunnen worden ingezet bij deze werkvorm

  • Assignments (Brightspace)
  • Documentation Tool (H5P)
  • Kenmerken

    Niveau van leren: , , ,
    Werkvorm voor:
    Situatie: ,
    Groepsgrootte: