Van tekst naar schema

Op basis van een geschreven tekst maken studenten een schema waarin inhoudelijke verbanden worden weergegeven. Op deze wijze draagt de werkvorm bij aan een beter begrip van de lesstof en het onthouden van de kernpunten en verbanden. 

Wat leert de student?

De student leert de essentiële aspecten uit het artikel te ontleden, alsmede de verbanden tussen deze aspecten. Daarnaast leert de student teksten te schematiseren en schema’s te optimaliseren. 

Wat doet de student?

  1. Bestudeert een geschreven tekst/ wetenschappelijk artikel.
  2. Identificeert de kernpunten en legt verbanden.
  3. Maakt een schematische weergave van de kernpunten en verbanden.
  4. Deelt de schematische weergave en eventuele onderbouwing hiervan met de docent.
  5. Ontvangt en verwerkt eventueel de feedback. 

Wat doet de docent?

  1. Geef de opdracht om een schematische weergave te maken van een geschreven tekst/ wetenschappelijk artikel. 
  2. Geef eventueel toelichting op de criteria waaraan het schema moet voldoen of geef een rubric met beoordelingscriteria. 
  3. Ondersteun de studenten bij het maken van het schema. Dit kan door beschikbaar te zijn voor vragen, tips te geven of alternatieve perspectieven aan te dragen. 
  4. Geef feedback. 

Variatiemogelijkheid

  • Geef de opdracht om een schematische weergave te maken van een geschreven tekst/ wetenschappelijk artikel.
  • Geef eventueel toelichting op de criteria waaraan het schema moet voldoen of geef een rubric met beoordelingscriteria. 
  • Ondersteun de studenten bij het maken van het schema. Dit kan door beschikbaar te zijn voor vragen, tips te geven of alternatieve perspectieven aan te dragen. 
  • Geef feedback. 

Tools die kunnen worden ingezet bij deze werkvorm

  • Rubrics (Brightspace)
  • Kenmerken

    Groepsgrootte: , ,